Tijdens de informatiebijeenkomst op 6 april 2017 in Nieuw-Heeten gaf Natuurmonumenten aan dat de maatregelen gericht waren op drie onderwerpen: verzuring, versnippering en verdroging. Verzuring heeft te maken met de stikstofdepositie en versnippering heeft te maken met de instandhouding van het korhoen door middel van corridors. Over beide onderwerpen schreef ik al eerder. Verdroging is geen issue dat in het Inrichtingsplan van Tauw ruim aan de orde komt. Er staat: “De oorspronkelijk aanwezige vochtige hooilanden, moerassen (in de laagten rond het Natura2000-gebied) en kleine, extensieve akkers zijn verdwenen door ontginning en ontwatering”. Tauw wekt hiermee enigszins de suggestie (en ook Natuurmonumenten doet dat tijdens rondleidingen) dat die oorspronkelijke vochtige hooilanden en moerassen te prefereren zijn boven de huidige bosvegetatie. Maar wat is oorspronkelijk? We leven nu eenmaal in 2018 en niet meer in 1850. Waarom zouden we terug willen naar die tijd? Dan moeten we gemakshalve ook de bevolking terugbrengen in aantal, alle auto’s wegdoen en ons weer per paard en wagen verplaatsen. Terug naar vroeger is géén, maar dan ook absoluut géén steekhoudend argument of realistisch perspectief. Laten de provincie (opdrachtgever van Tauw) en Natuurmonumenten daar nu eens mee ophouden.

Grondwaterstand
Volgens het inrichtingsplan heeft de grootschalige boskap een licht effect op de hydrologische situatie van omliggende percelen. Als gevolg van boskap neemt de gemiddelde grondwateraanvulling toe. Er wordt namelijk minder water opgenomen en minder water verdampt. Uit berekeningen van hydrologen en ecologen bij Staatsbosbeheer blijkt dat het maximale vernattingseffect van het omvormen van de noordelijke bosstrook 7 tot 10 centimeter bedraagt. Hoewel de provincie, desgevraagd, nooit bereid is tot het verstrekken van meetbare doelstellingen, het vaste antwoord geeft dat natuur geen wetenschap is en dat men zich niet wil vastleggen op verwachte resultaten, heeft haar partner Staatsbosbeheer een verwachting berekend. Tauw geeft geeft geen waarde aan die uitkomst van 7 tot 10 centimeter. Onduidelijk blijft of dat veel of weinig is, noch of er een absolute noodzaak tot vernatting is. Volgens Tauw heeft de vernatting een gunstig effect op het habitattype ‘droge heide’! Voor de minder deskundige lezer is hier verder geen toelichting over te vinden….

Waterschap Drents Overijsselse Delta
Het Waterschap Drents Overijsselse Delta is al jaren bezig met onderzoek en maatregelen in het gebied waar ook de Helhuizen en het om te vormen gebied deel van uitmaken. De resultaten van dat onderzoek worden in de loop van 2018 verwacht. In dat licht gezien, is het nogal opvallend dat de provincie al in september 2017 wilde starten met de boskap. Blijkbaar was die verdroging niet zo’n heikel punt, dat men dit ter onderbouwing van de maatregelen nodig had. De kanaaltjes waarmee het waterschap aan de knoppen kan draaien om de waterstand te reguleren, worden samen de Witteveensleiding genoemd.

Witteveensleiding
In de jaren ’60 van de vorige eeuw, na grootschalige overstromingen in Oost Nederland, hebben de waterschappen de waterhuishouding op grote schaal aangepast. Deze was bijna uitsluitend gericht op het voorkomen van wateroverlast, gebaseerd op de hydrologische situatie van toen en met de kennis van die tijd. Dit heeft geresulteerd in diepe watergangen in combinatie met een intensief beheer en onderhoud, die ervoor moesten zorgen dat water direct werd afgevoerd. Dat resulteerde in geringere kansen voor de ontwikkeling van flora en fauna. Het project Witteveens is een traject dat het waterschap in 2010 heeft ingezet. Het projectgebied is het totale stroomgebied van de Witteveensleiding. In dit  project is gewerkt aan het verbeteren van ecologische en chemische kwaliteit van het water en aan het voorkomen van wateroverlast en het beperken van verdroging. In 2015 is een groot deel van de werkzaamheden uitgevoerd. Er zijn watergangen vergraven en waterbergingen aangelegd. Samen met LTO Salland is gekeken of er voor de bovenlopen van de Witteveensleiding nog meer zou kunnen gebeuren om de verdroging te beperken. Het waterschap heeft hierbij gekeken naar de watergangen en LTO Salland naar de maatregelen op perceelniveau. Het waterschap beheert en onderhoudt enkel de grotere watergangen in het gebied. Perceelsloten en sloten langs wegen zijn de verantwoordelijkheid van de eigenaren. Het resultaat van het project is dat het waterschap de bodem van de eigen watergangen gaat ophogen. In het huidige project worden de watergangen niet helemaal gedempt, maar verondiept, waarbij rekening is gehouden met de gewenste drooglegging van de gronden. Als in natte perioden het grondwater zo hoog komt dat het in de watergang komt, kan het wegstromen. Maar als het grondwater zakt, wordt het niet meer afgevoerd en blijft het in de bodem zitten. De hoogte van de slootbodem is afgestemd op een goede grondwaterstand voor de landbouw.

Doelstelling
Er is hier geen sprake van vernatting, maar eerder van het terugdringen van de verdroging. Het doel is om met alle maatregelen een bijdrage te leveren aan het verhogen van de grondwaterstanden. Hoeveel die verhoging zal zijn, is volgens het waterschap moeilijk te zeggen. Het zullen geen tientallen centimeters zijn. Opvallend is dat specialisten van het waterschap die verhoging vanuit de eigen maatregelen moeilijk kunnen inschatten en dat Staatsbosbeheer via ontbossing meent tot 10 centimeter te kunnen komen. Hoe verloopt de samenwerking tussen Staatsbosbeheer en het waterschap? Of zou om niet op wetenschap gebaseerde berekeningen gaan?