Op vrijdag 13 juli 2018 mocht ik op uitnodiging van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten mee op veldbezoek aan het gebied dat door beide organisaties aan de westkant van de Sallandse Heuvelrug wordt beheerd. Ik heb het zeer gewaardeerd dat de boswachters Ine Nijveld van Staatsbosbeheer en Jos Schouten van Natuurmonumenten uitgebreid de tijd namen om me te laten zien waar ze voor staan en wat er al is gerealiseerd. Tijdens het veldbezoek hebben we standpunten kunnen uitwisselen en elkaars vragen kunnen beantwoorden. Het was een leerzaam bezoek.

Natuurbeheer
Al snel werd duidelijk dat beide organisaties streven naar een algemeen natuurbeheer en niet naar een gefragmenteerd beleid per natuurgebied. Er zit een duidelijk verband tussen de maatregelen die zij voor ogen hebben en uitgevoerd hebben of gaan uitvoeren. Dit is niet (duidelijk) terug te lezen in alle beleidsstukken die er rond Natura2000 en de PAS zijn verschenen. Blijkbaar is daar geen ruimte voor binnen het politieke krachtenveld. “We doen wat we kunnen”, zo geven de boswachters aan.

Zuurgraad
We waren het met elkaar eens dat het effect van welke maatregel dan ook ernstig wordt beperkt door het feit dat er almaar stikstof blijft neerdalen. Dweilen heeft eigenlijk pas zin, als de kraan wordt dichtgedraaid. Maar niks doen is geen optie.
Mij werd een stuk heide getoond dat in de afgelopen periode is bekalkt en is onderhouden met schapen. De zuurgraad was verbeterd van 2,9 naar 3,1. Gestreefd wordt naar een pH (eenheid voor zuurgraad) van 5 tot 5,5. Op een logaritmische schaal is er sprake van een significante verbetering, maar die schaal geeft ook aan dat er nog een lange weg te gaan is, zowel voor dat specifieke stuk land als voor de rest van de immense heide die er nu ligt. Het precieze effect van kalk, eventueel aangevuld met steenmeel en mineralen, is nog niet volledig in beeld. Daar wordt volop mee geëxperimenteerd. In die zin blijf ik er voorstander van om te blijven onderzoeken en te experimenteren op de bestaande heide totdat de juiste aanpak volledig duidelijk is en vóórdat er op grote schaal bos wordt omgevormd naar nog meer heide. Juist waar er bos staat, is de zuurgraad minder ongunstig in vergelijking met de heidegrond.

Insecten
Anders dan in de beleidsstukken wordt gesuggereerd, is het tekort aan insecten nijpend voor het ecosysteem als geheel en niet alleen voor de korhoenderkuikens. Zelfs al zou er nu geen korhoender meer zijn, pleit Jos Schouten nog steeds voor de corridor naar het landbouwgebied aan de westkant van de Sallandse Heuvelrug. De akkers op de hei om insecten aan te trekken, die ik in een eerder stukje voorstelde, blijken er wel degelijk te zijn. Ze zijn voor de gewone bezoeker aan het zicht onttrokken. Het zijn er ook maar een paar. Ze worden heel extensief onderhouden (boekweit, winterrogge, schapen, bloemen). Door de arme grond en dit jaar door de aanhoudende droogte is het resultaat tamelijk beperkt. Biologische mest zou kunnen helpen, maar blijkt schaars te zijn. Als dan telkens de akkers verlegd worden, zou de grondkwaliteit moeten verbeteren, zou de heide in kwaliteit verbeteren en zou het aantal insecten moeten toenemen, waar dan ook het korhoen van profiteert. Het idee van lokale akkers op de heide is in gang gezet, ook al is de schaal waarop het wordt uitgevoerd nog zeer beperkt.

Corridor naar de hel
Het idee om een open verbinding te maken met landbouwgebied is gebaseerd op verruiming van het insectenaanbod en gevarieerder voedselaanbod voor vogels (‘al is het maar een weiland vol paardenbloemen’, aldus Jos Schouten). Gewone koemest bevat teveel schadelijke stoffen om in het natuurgebied te kunnen worden gebruikt. Maar dieren die op een ‘biologische’ manier voedsel overbrengen vanuit een jarenlang intensief bebouwd landbouwgebied (met alle schadelijke stoffen van dien), kan toch ook geen oplossing zijn. Zelfs als boeren ertoe zouden worden bewogen om in de komende jaren over te gaan op extensieve landbouw en tot het aanleggen van (bloemrijke) akkerranden, duurt het nog jaren voordat de schadelijke stoffen uit het gebied zijn verdwenen. Ik zie daarom geen enkele reden om nu al die corridor naar de Hel(huizen) aan te leggen. Waarom zou je zo’n haast maken met de boskap als alle overige omstandigheden nog niet gunstig (genoeg) zijn gemaakt? Het is zonde als een bosgebied wordt opgeofferd voor maatregelen waarvan het effect onvoorspelbaar en misschien zelfs wel averechts is. Eerst meten, dan weten en daarna pas handelen!