Misschien heeft u de afgelopen anderhalf jaar ook wel Caspar Janssen in De Volkskrant gevolgd. Hij liep door heel Nederland en schreef daar prachtige stukjes over. Met kennis van de natuur gaf hij een beeld van het Nederlandse landschap. Op 12 december blikte hij in dezelfde krant in maar liefst vijf pagina’s terug op zijn ervaringen.

Stikstof
Caspar Janssen geeft aan dat alle flora en fauna op de Veluwe en op hogere zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland (en de duinen) te lijden hebben onder de stikstofuitstoot, die vooral wordt veroorzaakt door de intensieve veehouderij. Hij citeert Hugh Jansman, dierecoloog bij Wageningen Research: “de heide wordt gras, bijzondere plantjes verdwijnen, eiken gaan dood, met insecten gaat het slecht”. Uit onderzoek blijkt dat de situatie wordt verergerd door houtkap en houtoogst. Het afvoeren van voedingsstoffen is slecht voor de bodemvruchtbaarheid.

Landbouw
Janssen vertelt over zijn ervaringen met biologisch-dynamische boer Sierd Deinum uit Gaasterland. Die stelt dat de problemen beginnen zodra boeren hun opbrengst kunstmatig willen verhogen. Méér koeien, één snelgroeiende en eiwitrijke grassoort, kunstmest en krachtvoer vormen de basis onder het mestprobleem, waaruit fosfaat- en ammoniakproblemen voortkomen.

Landbouw vs. Natuur
Door intensivering van de landbouw bleken inspanningen om de natuur op boerenland te sparen helaas tevergeefs. Honderden miljoenen subsidiegeld voor agrarisch natuurbeheer hebben niet of nauwelijks vruchten afgeworpen. Het netwerk van aaneengesloten natuurnetwerken is wel van de grond gekomen, maar de overheid is de afspraken hieromtrent niet nagekomen. Het geplande natuurnetwerk werd gehalveerd. Nieuwe natuur kwam er nauwelijks. “Met bijna alle soorten op het boerenland holt het inmiddels achteruit, van grutto tot kievit tot veldleeuwerik, van wilde planten tot insecten”. In het hele land kwam Janssen individuele boeren tegen, die het lukte om met de natuur te boeren in plaats van tegen de natuur, maar hij noemt ze lichtpuntjes…

Wat dan?
Net zoals wij in ons stukje 11 al deden, vraagt Janssen zich af welke landbouw we dan eigenlijk willen? Als we echt gaan voor een mooi landschap, een leefbaar platteland, minder milieuproblemen, meer dierenwelzijn, meer biodiversiteit én voldoende voedsel, dan zal de landbouw minder intensief moeten worden en met minder dieren. Met betere lokale en regionale kringlopen en hogere prijzen voor de boeren, en bijgevolg, ook door te stoppen met het gesubsidieerd produceren van bulkproducten voor de wereldmarkt, aldus Caspar Janssen. De overheid wil daar niet aan. Die gaat voor uitbreiding van de veeteelt en neemt de extra stikstofdepositie voor lief. Om de bodemschade nog enigszins te beperken gaat men de Sallandse Heuvelrug leegkappen om een corridor naar intensief bebouwd landbouwareaal aan te leggen, in de hoop dat er dan wat insecten naar de nieuwe heide zullen vliegen en de korhoenderkuikentjes aan de wandel gaan om daar te foerageren. In onze ogen is dat valse hoop. Dat de boskap dan weer nadelig uitpakt voor het CO2-vraagstuk, is iets waar de overheid graag aan voorbij gaat. Het is toch ongelooflijk dat we dit met z’n allen laten gebeuren. Hoe kunnen we als weldenkende bevolking de overheid op een nette manier wakker schudden, zodat zij afziet van de niet-onderbouwde en funeste maatregelen op de Sallandse Heuvelrug en overgaat op wetenschappelijk verantwoorde en duurzame maatregelen? Laat het bos niet de dupe zijn!