Na bijna zeven maanden na het sluiten van de termijn voor het indienen van zienswijzen voor de Milieu Effect Rapportage (MER) en na een mailtje wanneer we de antwoorden mogen verwachten, kwam er dan een eerste reactie van de provincie: “De beantwoording van de zienswijzen en het afronden van het PIP en het MER zijn inmiddels afgerond. Deze documenten bevinden zich momenteel in de interne besluitvorming. De planning is nu dat Provinciale Staten zich op 27 februari buigen over dit plan. Hierover wordt u voorafgaand nog middels een brief geïnformeerd. In deze brief zal ook de beantwoording van uw zienswijze opgenomen zijn”.

Nota van Antwoord
En inderdaad. Op 11 januari 2019 ontvingen we de Nota van Antwoord ‘Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan en plan-MER’. In totaal waren er 13 (anoniem gehouden) indieners met rond de honderd zienswijzen. Daarvan hebben er maar liefst zes zienswijzen geleid tot aanpassing van het ontwerp-PIP en plan-MER. Daar zit er niet een van onze kant bij. Bij alle indieners bestaat de beantwoording van de provincie voor een groot deel uit formeel-juridische en afstandelijke teksten. “In het kader van Natura2000 zijn Europese afspraken gemaakt waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd”. “Het MER bevat voldoende milieu-informatie om een besluit te kunnen nemen over het PIP”. “CO2-opvang is niet de doelstelling van deze opgave”. “Dit is een persoonlijke interpretatie. Wij nemen kennis van uw standpunt”. Uit niets blijkt enige bereidheid om de positie van de indieners in te voelen.

Formaliteit
Het wettelijke vereiste aanbod om zienswijzen te mogen indienen lijkt o.i. een voor de provincie hinderlijk obstakel in een route die al lang vaststaat. Voor de beantwoording had men desondanks zeven maanden nodig. Ook inhoudelijk relevante zienswijzen werden simpel afgewimpeld op basis van het ene of het andere document waarin staat dat de provincie gelijk heeft, aan alle regels voldoet en in haar recht staat. Op die manier groeit en groeit de afstand tussen burger en overheid!