Staatsbosbeheer is een van de grote terreinbeheerorganisaties. Staatsbosbeheer is FSC-gecertificeerd, d.w.z. dat ze volgens een externe toetsing hun bossen duurzaam beheren. Tegelijkertijd verhandelt Staatsbosbeheer ook hout, bijvoorbeeld aan zagerijen, maar ook aan uitvaartondernemingen (voor de kisten). Staatsbosbeheer begeeft zich derhalve op een private markt met publiekrechtelijk geld.

FSC-certificeringen
Er zijn twee FSC-certificeringen: FM (Forest Management) en COC (Chain of Custody). De laatste gaat over de controle op de gehele keten van boom tot eindproduct. Daarbij wordt gecontroleerd of de door u gekochte kast met een FSC-keurmerk in zijn geheel voldoet aan de FSC-normen (en er geen ander hout is bijgemengd). Hier willen we echter verder ingaan op de wijze waarop Staatsbosbeheer zijn bos beheert, dus op FM, forest management.

Controle van buitenaf
De externe partij die Staatsbosbeheer heeft gecontroleerd op FSC-waardigheid is Control Union. Die heeft Staatsbosbeheer als primaire producent, als boseigenaar getoetst aan de hand van de FSC-standaarden. Dat hoeft niet ieder jaar; het is inmiddels een paar jaar geleden dat de laatste controle heeft plaatsgevonden.
We kunnen stellen dat er sprake is van een bijzondere situatie. Enerzijds moet Staatsbosbeheer zijn bossen beheren volgens de FM-standaarden van FSC en anderzijds heeft Staatsbosbeheer via provincies de opdracht aangenomen om in het kader van Natura2000 enorm veel bos te gaan kappen, voor zover dat niet al is gebeurd. Daartussen zit er een niet te missen spanningsveld.

De standaard
Laten we paragraaf 5 en 6 eens onder de loep nemen.

Paragraaf 5
De FM-standaard in §5 gaat over de opbrengst uit het beheerde bos.
Criterium 5.1 stelt duidelijk dat er, los van de productie-opbrengst, geïnvesteerd moet worden om te verzekeren dat de ecologische productiviteit gewaarborgd blijft. Door het creëren van ecologische, sociale en economische omstandigheden van het bos moeten, ook op de lange termijn, de kwaliteit en opbrengst behouden blijven.
Criterium 5.2 benadrukt de noodzaak van een uitgebalanceerde bijdrage aan de waarden rond natuur en landschap.
Criterium 5.4 zegt dat de beheerder meer dan één product of dienst moet bieden aan de lokale gemeenschap.
Criterium 5.6 schrijft voor dat de gemiddelde jaarlijkse oogst niet hoger mag zijn dan de gemiddelde jaarlijkse opbrengst van het bos. Het bos mag derhalve niet afnemen.

In het kader van deze paragraaf 5 uit de FM-standaard komen er een aantal vragen op:
Hoe zorgt Staatsbosbeheer er, in het kader van Natura2000/PAS (op de Sallandse Heuvelrug), voor dat de ecologische omstandigheden in het om te vormen gebied gehandhaafd blijven? Hoe zorgt Staatsbosbeheer voor een uitgebalanceerd landschap met voornamelijk heide? Welke combinatie van producten of diensten biedt Staatsbosbeheer aan de lokale gemeenschap? En wat doet de massale boskap voor het gemiddelde van de jaaroogst ten opzichte van een verantwoorde, gemiddelde jaaropbrengst?

Paragraaf 6
De FM-standaard gaat in §6 over de impact op het milieu. De beheerder wordt geacht de biodiversiteit te bewaken, evenals de ecologische functies en de samenhang van het bos.
Criterium 6.1 geeft aan dat de beheerder bij meer dan 5 ha of bij meer dan 20% van het beheerde gebied in geschrift moet kunnen aantonen dat de resultaten van de laatste assessment zijn meegenomen. Aangetoond moet worden dat veranderingen in het bosbeheersysteem geen negatieve ecologische effecten hebben.
Criterium 6.2 stelt dat moet worden aangetoond dat, afhankelijk van de schaal en intensiteit van het bosbeheer, bedreigde diersoorten en oude bomen (met schuilplekken voor dieren) niet in gevaar komen. Die diersoorten en oude bomen moeten in een openbaar register zijn terug te vinden.
Criterium 6.3 gaat over de ecologische functies van het bos. Bos moet worden hersteld en verjongd. Diversiteit van het ecosysteem is daarbij een belangrijk punt (tenminste 25% van het oppervlak moet bestaan uit twee of meer boomsoorten). Het kaalkappen van bos blijft beperkt tot 2 ha, tenzij dit niet wenselijk is in het kader van omvormingsbeheer. Er moet in elk geval een percentage aan oude bomen en dood hout (minimum diameter van 30 cm) achterblijven.
Criterium 6.4 zegt dat er representatieve voorbeelden van bestaande ecosystemen binnen het landschap in hun huidige staat moeten worden beschermd (en versterkt) en die moeten op kaarten worden vastgelegd. Dit geldt ook voor Natura2000-gebieden!
Criterium 6.10 stelt nadrukkelijk dat de omzetting van bos naar plantages of naar iets anders dan bosgebied NIET aan de orde is, tenzij het a) om een klein gebied gaat, b) om bos met een lage beheerwaarde gaat of c) om lange-termijnvoordelen binnen het bosbeheer gaat. Hoe dan ook, de omvorming van bos naar heide mag sinds 4 mei 2015 niet plaatsvinden in een gebied groter dan 0,5% van het terrein dat de beheerder in een jaar onder handen heeft.

Ook deze paragraaf 6 uit de FM-standaard roept vragen op:
Voldoet Staatsbosbeheer aan al deze criteria waar het gaat om de massale boskap op de Sallandse Heuvelrug (laat staan voor het totaal van zijn terreinen)? Is Staatsbosbeheer nog FSC-waardig, nu het zich helemaal heeft overgegeven aan de Natura2000/PAS-plannen? Daar staat de aanplant in samenwerking met Shell helemaal maar dan ook helemaal los van.