Over een kleine drie weken eindigt het broedseizoen. Dan zal Natuurmonumenten de uitkomsten van de ledenraadpleging presenteren. Staatsbosbeheer heeft niet de mening van de bevolking over de massale boskap gevraagd, maar heeft een aantal experts ingeschakeld en zal daar binnenkort verslag van doen. En al die overpeinzingen over de boskap hebben grote gevolgen voor de toekomst van de Sallandse Heuvelrug. Daarom willen we de besluitvormers nog een paar punten ter overweging meegeven. Laat beide organisaties hier goed over nadenken en in de onderhandelingen met de provincie Overijssel pal voor hun missie en voor de natuur gaan staan.

1. Koolzuurgas
Het bereiken van de klimaatdoelstellingen is niet zo maar een dingetje. Het succes hiervan bepaalt de toekomst van ons leefmilieu, van ons als mensheid, van ons voortbestaan. We hebben ons jarenlang laten leiden door economische motieven en zijn voorbij gegaan aan de ecologische gevolgen. Dat zullen we met de hoogste spoed moeten herstellen. Het terugdringen van de CO2-uitstoot heeft de hoogste prioriteit. Bomen helpen daarbij. Een enkel boompje kappen kan geen kwaad, maar de massale boskap die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, is desastreus voor het bereiken van de klimaatdoelstellingen. En de overheid wil nog zo veel meer bomen omhakken. Bij de overheid zijn ze prima op de hoogte van alle wetenschappelijke publicaties en van alle publieke verontwaardiging rond boskap. Als dienaren (en niet als heersers) van de bevolking zouden ze daar lering uit moeten trekken en per direct moeten stoppen met het kappen van bos. Ook in Overijssel, ook op de Sallandse Heuvelrug.

2. Stikstof
Het neerslaan van stikstof leidt tot verzuring van de grond en tot versnelde groei van sommige planten ten opzichte van andere. Dat heeft grote gevolgen voor het ecosysteem. Jarenlang heeft de overheid, vanuit economische motieven, gepleit voor natuurherstelmaatregelen om de bodem ‘weerbaarder’ te maken tegen de gevolgen van stikstofdepositie. Dat is het paard achter de wagen spannen. Hoeveel logischer is het om de uitstoot van stikstof terug te dringen? Gelukkig heeft zowel het Europese Hof als de Raad van State een verstrekkende uitspraak gedaan, waardoor veel stikstofintensieve activiteiten geen vergunning meer kunnen krijgen. Daarmee is de grondslag onder die zogenaamde natuurherstelmaatregelen verdwenen. En je hoeft geen chemicus te zijn om te begrijpen dat de grond niet minder zuur wordt door bos te kappen en te vervangen door heide. De hele Sallandse Heuvelrug is verzuurd; ook de bestaande heide. Hoeveel logischer, verantwoorder en goedkoper is het om het resterende bos te laten staan en de stikstofkraan verder dicht te draaien?

3. Aandachtsgebieden binnen de Gebiedsanalyse
Voor de westkant van de Sallandse Heuvelrug waren de geplande maatregelen gericht op droge heide, jeneverbesstruwelen, de nachtzwaluw, de roodborsttapuit en het korhoen. Het idee was om de doelstellingen binnen zes jaar te halen, vooral door tientallen hectaren bos om te vormen tot heide.

a. Droge heide
Het laatste decennium lijkt de ontwikkeling van de droge heide positief te zijn: nagenoeg geen vergrassing, geen afname van plantensoorten die op de rode lijst staan, en toename van korstmossen. Door niet in te grijpen in deels verouderde heide, sterft deze af en wordt geleidelijk vervangen door jonge struiken (Gebiedsanalyse PAS, pp.55-58). Feitelijk spelen er twee problemen: de zure en droge grond én het gebrek aan menskracht om de heide professioneel te onderhouden. Beide los je niet op met omvorming van bos naar heide. Met extra lokale akkertjes op de bestaande heide kan de biodiversiteit worden versterkt. Dan kunnen de bomen blijven staan, wat goed is voor de biodiversiteit in het bos en daarbuiten, en natuurlijk voor de opname van koolzuurgas (CO2).

b. Jeneverbes
De jeneverbes kwam begin vorige eeuw tot ontwikkeling door de sterk teruggelopen begrazingsdruk als gevolg van de ingestorte schapenmarkt. Door verzuring van de grond is de verjonging van de struwelen achtergebleven (Gebiedsanalyse PAS, pp.58-60). Voor de jeneverbes helpt het niet om bos om te vormen naar heide. De oudere struwelen hebben juist last van dichte heidevegetatie.

c. Nachtzwaluw
Het instandhoudingsdoel voor de nachtzwaluw is behoud van 45 broedparen. Sinds 2010 ligt het aantal broedparen tussen de 60 en de 100, dus nu al ruim boven de doelstelling. Ook landelijk gezien neemt de soort toe. De zure grond kan mogelijk leiden tot een verminderd insectenaanbod (Gebiedsanalyse PAS, pp.68-70). Instandhouding is derhalve geen issue en voor de nachtzwaluw hoeven er absoluut geen bomen gekapt te worden.

d. Roodborsttapuit
Het instandhoudingsdoel voor de roodborsttapuit is behoud van 60 broedparen. Dat aantal wordt ruimschoots gehaald. De roodborsttapuit komt verspreid over de heide voor en de soort is in de afgelopen tien jaar verdriedubbeld (Gebiedsanalyse PAS, pp.70-71). Voor deze vogel is er geen enkele reden om de heide uit te breiden ten koste van het bestaande bos.

e. Korhoen
Het instandhoudingsdoel voor het korhoen is minimaal 40 hanen. Er zijn nauwelijks nog korhoenders over. Het dier mist dichtbij elkaar gelegen voedselbiotopen voor zowel kuikens als ouders. Beschikbaarheid van extensief agrarisch gebied is van belang. Door de stikstofdepositie groeit de heide snel dicht en zijn kale, warme plekken op de bodem verdwenen. De kuikens mogen niet nat worden en afkoelen. Kuikens vermijden grote open stukken (enkele meters). De dieren zijn zeer verstoringsgevoelig, o.a. voor de openstelling van het gebied voor publiek. Het korhoen valt ten prooi aan haviken, vossen en kraaien, mogelijk ook aan boommarter en hermelijn. Ook heeft het last van genetische verarming (Gebiedsanalyse PAS, pp.66-68). De oplossing zit hem dus niet in bomen kappen, niet in predatoren afschieten (of, indien beschermd, afvangen), niet een corridor (grote open ruimte!) creëren naar intensief bebouwde landbouwgebieden (waar de insectenpopulatie laag is) via een parkeerplaats, een fietsroute en een drukke weg. Dat is geen versterking van de biodiversiteit. Ook hier moeten er midden op de bestaande heide veel meer extensieve akkertjes bij komen. Anders gaat men voor 40 hanen het hele gebied volledig op zijn kop gooien, terwijl de gekozen oplossing niet erg logisch is, noch enige garantie geeft op succes. Immers, ondanks alle eerdere maatregelen en bijplaatsing van Zweedse soortgenoten, is er vrijwel geen korhoeder meer over.

4. Niet top-down, maar bottom-up
De provincie heeft in 2015 via huis-aan-huisbladen de terinzage van het beheerplan Sallandse heuvelrug bekend gemaakt in plaats van bewoners en andere belanghebbenden tijdig, bewust en intensief te betrekken bij de totstandkoming van het beheerplan. Er ligt een kans voor provincie, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten om dat nu wel te doen!

5. Bosbiodiversiteit
De gevolgen voor de planten en dieren die in het bos leven of daarvan afhankelijk zijn, zijn door de provincie nooit in kaart gebracht, laat staan voor de maatregelen gecompenseerd. Het is onverantwoord om bos te kappen zonder te weten wat de schade zal zijn. Dat alles kan voorkomen worden door de bomen op de Sallandse Heuvelrug gewoon te laten staan.

6. Samenwerken
Alleen al gelet op de overkoepelende problematiek van de broeikasgassen, is natuurterreinbeheer geen losstaande activiteit. De provincie zou het beheer van de Sallandse Heuvelrug moeten integreren binnen het kader van de natuurinclusieve kringlooplandbouw, het VN-biodiversiteitsrapport, het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, de voorstellen van Urgenda, de inbreng van boeren en burgers. Daarmee kan de provincie eindelijk een toekomstbestendig draagvlak creëren. Dat zou wel eens heel gunstig voor het bos kunnen uitpakken.

7. Commerciële belangen
Er is voor de natuurbeheerders een commercieel belang om bomen te kappen. Er wordt verdiend aan constructiehout en aan resthout voor biomassacentrales. Het Europees Parlement (mede verantwoordelijk voor Natura2000) heeft niets gedaan met een brief van 800 verontruste wetenschappers over het feit dat biomassa verbranden schadelijk is. Er is evenmin iets gedaan met het rapport “The biomass delusion” van maatschappelijke organisaties uit 140 landen. Een conflicterend belang tussen commerciële voordelen en natuurbeheer ligt nadrukkelijk op de loer. Economisch gewin op korte termijn kan desastreus uitpakken voor de leefomgeving van volgende generaties. Reden te meer om bomen echt te koesteren, ook in Overijssel, ook op de Sallandse Heuvelrug.

8. Terug naar vroeger
De zogenaamde natuurherstelmaatregelen worden o.a. gelegitimeerd door een terugkeer naar de situatie van ruim anderhalve eeuw geleden, toen de Sallandse Heuvelrug veel meer een open landschap was. De provincie, maar vooral Natuurmonumenten, moet ophouden met dit soort onrealistische non-argumenten. Rond 1850 was de bevolkingsdruk veel lager, was er geen intensieve veehouderij, was de stikstofdepositie minimaal, gebruikte men geen kunstmest, waren er geen auto’s en vliegtuigen die CO2 uitstootten, gebruikte men geen grove machines om bomen te kappen en ga zo maar door. En wellicht was de Sallandse Heuvelrug in een ander jaartal wel dicht bebost. De problematiek is serieus genoeg. Laat de overheid die dan ook serieus aanpakken en serieus met de bevolking omgaan.

We wensen de provincie, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten voor de komende periode veel wijsheid toe. Dat ze het leefklimaat van ons en de toekomstige generaties tot de hoogste prioriteit mogen gaan rekenen.