In het kader van de bossenstrategie spreekt het ministerie van LNV over robuuste bossen.

Een artikel in Trouw van 2 maart 2006
Tussen Marknesse en Vollenhove in de Noordoostpolder is in 2006 en 2007 het Wendelbos aangelegd, 120 hectare groot, 534000 bomen. Natuurbeheerders roepen vaak dat als je niets doet in dit land, er vanzelf overal bos ontstaat van elzen, berken en wilgen. Hier zijn machinaal twee tot vier jaar oude bomen van kwekerijen geplant. Jan Akkerman van Natuurmonumenten heeft het plan van ecologen en biologen uitgevoerd: dezelfde soorten in groepen (in slingers) bij elkaar, soms vijftig bomen, soms tweehonderd. Zet je ze door elkaar, dan gaan de langzaam groeiende bomen dood door gebrek aan licht. De bedoeling is om de bomen vijftig jaar met rust te laten. Akkerman: “Gewoonlijk kun je nog wel uitdunnen, en dat levert dan wat paalhout op, maar nu moeten we de natuur haar gang laten gaan”. Na twintig jaar moet er een robuust bos zijn ontstaan. Dat is in 2027.

Wat is een robuust bos?
In het gedachtegoed van natuurvolgend bosbeheer geldt dat hoe groter de diversiteit in het bos, hoe robuuster het bossysteem is. Dat betekent dat het zowel fysiek (vooral storm) als ecologisch (ziekten en plagen) tegen een stootje kan. De diversiteit betreft zowel de verscheidenheid aan boomsoorten als aan leeftijden. Omgekeerd, hoe kunstmatiger het bos, hoe kwetsbaarder het is voor storm, ziekten en plagen. Bossen die natuurvolgend zijn ontstaan, zijn een min of meer natuurlijk systeem en hebben nooit geld gekost. In die zin kan er nooit “schade” in ontstaan. Er is immers nooit een financiële investering voor gedaan. Die kan dus ook niet verloren gaan. Storm en schade leiden hoogstens tot minder inkomsten dan men had gehoopt. Maar dat is inherent aan het systeem. Je krijgt wat je krijgt, en dat is het.

Nature Today schreef op 28 augustus 2019 dat een robuust, natuurlijk ecosysteem alleen goed kan functioneren op een gezonde bodem. Dit vormt de basis voor gezonde bossen en natuurgebieden. Veel van onze bodems zijn echter verzuurd, te voedselrijk door neerslag van stikstof vanuit de lucht, of missen juist belangrijke nutriënten. De bodem kan hersteld worden door bijvoorbeeld bepaalde mineralen toe te voegen, zoals kalk of steenmeel. Ook zij kiezen voor een optimale variatie in boomsoorten, m.n. voor bomen die beter bestand zijn tegen een warmer en droger klimaat. Daarnaast kiezen ze voor soorten die rijk en goed verteerbaar strooisel geven. Dat helpt het herstel van de nutriëntenbalans in de bodem, waardoor vocht ook beter vastgehouden wordt. Volgens Nature Today zijn er tevens hydrologische (herstel)maatregelen nodig om verdroging van bossen of natuurgebieden tegen te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door beekjes en andere watergangen te verondiepen of door afvoerbuizen te verhogen.

Wel of niet actief sturen op robuust bos?
Kern van het probleem is de stikstofdepositie. Daar moet hoe dan ook dringend iets aan worden gedaan. De vraag die daarop volgt, is of een toevoeging van mineralen ‘kunstmatig’ is. En wat valt er te doen aan verdroging?

Voorbeelden
In Noord-Brabant (Regte heide en Chaamse beken) worden bos en heide tegelijkertijd hersteld; niet het een ten koste van het ander. Er worden boomsoorten met rijk strooisel aangeplant om de door stikstofdepositie verstoorde mineralenbalans te herstellen. Er wordt kleinschalig geplagd, gechopperd en gemaaid om strooisel met daarin opgeslagen stikstof te verwijderen. Er wordt op grote schaal steenmeel toegevoegd en delen van het gebied worden vernat om denitrificatie te bevorderen (bacteriën zetten nitraat om in stikstofgas, zodat planten geen nitraat meer opnemen); Bosgroep Zuid Nederland).

In De Maashorst (Oss, Uden) worden nieuwe bomen en struiken met goed verteerbaar strooisel geplant. Er wordt een helikopter ingezet om steenmeel te verspreiden. Op den duur wordt met deze maatregelen het natuurlijk watersysteem hersteld (Kliknieuws, Regio Oss, 8 november 2019).

Ecogroen
Pascal Peterman en Han Brendeke van Ecogroen hebben in oktober 2019 een folder uitgebracht met zeven argumenten om meer natuurlijk bos te ontwikkelen.
1. Er is heel weinig natuurlijk bos. Van de 11% Nederlands oppervlak aan bos is slechts 0,8% bosreservaat. De rest is weinig dynamisch multifunctioneel bos.
2. Er wordt terecht veel geld uitgegeven aan natuur, maar slechts een fractie daarvan aan zeldzame of verdwenen ‘natuurlijke natuur’.
3. In ons land zijn de omstandigheden uniek voor zo’n 23 bostypen. Vele daarvan zijn verdwenen of kwijnend. Nederland heeft de mogelijkheden en verantwoordelijkheid om deze typen tot (her)ontwikkeling te laten komen.
4. Natuurlijk bos laat zich niet in woorden uitdrukken, zoveel variëteit en (bio)diversiteit komt erin voor.
5. Bomen planten is niet nodig. Als je niets doet, ontstaat bijna overal vanzelf weer bos dat zichzelf in stand houdt. Beheer en onderhoud zijn niet nodig, hetgeen veel kosten bespaart.
6. Natuurlijk bos zorgt voor langdurige CO2-opslag (ook in de bodem), houdt de omgeving koeler, zorgt voor een vochtiger klimaat, vangt fijnstof af en draagt bij aan het leefklimaat. De positieve invloed op de mens is wellicht waardevoller dan de houtopbrengst.
7. Bosbouw (het telen van hout) veroorzaakt een continue verstoring en belemmert de bosverdichting. Natuurlijke bossen mogen wel gezien worden, maar paden zijn er niet. Daarvoor zijn de multifunctionele en productiebossen.

Sallandse Heuvelrug
De plannen om aan de westkant van de Sallandse Heuvelrug te kappen, liggen er nog steeds. Er is nog geen bericht van de provincie, noch van Staatsbosbeheer over wat er straks precies gaat gebeuren, ondanks dat dit voor het einde van november was beloofd. Gezien de bossenstrategie die nog moet worden uitgewerkt, lijkt ons bomenkap op dit moment totaal niet aan de orde. We wachten af…