Het onlangs uitgebrachte VN-rapport “First Global Assessment Report on Biodiversity and Ecosystem Services” kent verschillende deelrapporten. Zo is er een ‘Regional assessment report on Biodiversity and ecosystem services for Europe and Central Asia’. Daarbij is een samenvatting voor beleidsmakers geleverd. Wat staat er zoal in dit deelrapport dat, naast Centraal Azië, gericht is op Europa?

Afname biodiversiteit
Wat natuur voor mensen doet, staat onder druk door het permanente verlies aan biodiversiteit. Al decennialang lijden hele ecosystemen onder dat verlies. Het rapport spreekt van negatieve (p.10) en schadelijke (p.18-19) gevolgen voor natuurlijke leefgebieden, bestuiving, kwaliteit en kwantiteit van drinkwater, bodembeheer en overstromingen.

Oorzaken
Een deel van de oorzaken is gelegen in de intensivering van landbouw en veeteelt (gericht op zo hoog mogelijke voedselopbrengst) en bosbiomassa als brandstof (p.10; p18-19). In 2013 kwam 10% van de ontbossing in de wereld voor rekening van de (toen) 27 landen van de Europese Unie (p.20). Ook klimaatverandering heeft zijn invloed op biodiversiteit, op landbouw, bosbouw en visserij. Veel plant- en diersoorten kunnen zich niet snel genoeg aanpassen. Toenemende droogte vermindert de humuslaag en de waterkwaliteit, en vergroot de koolstofuitstoot (p.28). In sommige landen ligt er een focus op houtkap, hetgeen heeft geleid tot verminderde klimaatbeheersing en verminderde culturele en recreationele waarde van het bos (p.31).

Subsidies om de productie te bevorderen hebben geleid tot intensivering van land- en bosbouw. Samen met stedelijke ontwikkeling heeft dat geleid tot vermindering van de biodiversiteit. Door te stoppen met traditioneel landgebruik zijn half-natuurlijke gebieden die met lokale kennis en wisselcultuur werden beheerd, verloren gegaan. Verlies aan biodiversiteit kan alleen worden voorkomen door deze gebieden, zelfs al zijn ze beschermd, veel doelmatiger te beheren (p.11; p.26).

Er is meer dan economie
De VN verwacht niet dat Europa en Centraal Azië volledig kunnen bijdragen aan duurzame land- en bosbouw, aan verminderde vervuiling en aan het beheersen van exotische soorten (p.36). Versterking van biodiversiteit vereist goede afstemming tussen verschillende sectoren die belang hebben bij een gebied. Het is niet de bedoeling dat bij die afstemming het economisch gewin altijd bepalend is. Zo wordt de marktprijs van producten uit de natuur maar in zeer geringe mate bepaald door de waarde die mensen eraan hechten. Er wordt bovenal gekeken naar de opbrengst per hectare. Gemiddeld over de 28 staten van de Europese Unie levert een hectare landbouwgrond $ 233,- (graan) tot $916,- (gevarieerde gewassen) per jaar op. De houtopbrengst uit bos levert per hectare circa $ 255,- per jaar op (p.18). Een aangepast (ecologisch en fiscaal) beleid kunnen leiden tot andere activiteiten die gericht zijn op duurzame ontwikkeling (p.12-13). Voor een duurzaam beheer zullen landbouw, bosbouw, visserij, mijnbouw, energie, fabrikanten en de dienstensector samen moeten bijdragen aan het profijt dat (lokale) mensen en gemeenschappen van de natuur hebben. Het rapport noemt met name bosbouw als weinig geïntegreerd met andere sectoren (p.40).

De afname van de aantallen planten en dieren (met name in de laatste tien jaar) is direct gerelateerd aan niet-duurzame land- en bosbouw (p.25-26). Er zijn voorbeelden van duurzame land- en bosbouw, waarbij de biodiversiteit zich begint te herstellen. Kenmerk daarbij is dat lokale kennis wordt gebruikt en dat de milieu-omstandigheden geschikt zijn (p.26). De synergie tussen de academische kennis van sectoren die rechtstreeks invloed hebben op biodiversiteit en de kennis van lokale bewoners is nog ver te zoeken. Het rapport beveelt aan om die bundeling van krachten te onderzoeken (p.42)!

Moratorium op houtkap op de Sallandse Heuvelrug en de rest van Nederland
Natuurmonumenten gaat de komende tijd zijn leden consulteren. Veel van de leden wonen in de stad. Hopelijk beschikken zij over voldoende kennis om de vereniging op goede gedachten te krijgen. Staatsbosbeheer kent geen leden, maar gaat ‘experts’ inhuren. Tot op heden hebben ze niet aangegeven wie die experts zijn en waarom ze die niet eerder hebben ingehuurd. Hopelijk zitten er onder de experts ook een aantal lokale bewoners.

Het is onvermijdelijk dat de provincies, samen met Natuurmonumenten, de provinciale landschappen en Staatsbosbeheer een grootschalig onderzoek gaan doen naar, indachtig het bovengenoemde VN-rapport, de beleving van bos en bomen, de sociologische, ecologische en economische waarde van bos, en naar een synergetische aanpak van onze landbouw, bosbouw en natuur in Nederland. Zeker tot die tijd moeten bomen gewoon blijven staan!