Voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland is er een omschakeling naar kringlooplandbouw nodig. Voor het succes van kringlooplandbouw is het belangrijk met een open instelling te kijken naar de verscheidenheid aan landbouwpraktijken die mogelijk is. In zijn visie op kringlooplandbouw streeft het kabinet ernaar dat het voor alle betrokken partijen in en om de agrosector steeds aantrekkelijker en logischer wordt om kringlopen van grondstoffen en hulpbronnen in 2030 op een zo laag mogelijk –regionaal, nationaal of internationaal– schaalniveau te sluiten en zo te bewerkstelligen dat Nederland koploper is in kringlooplandbouw (p.1). De minister heeft een aantal randvoorwaardelijke doelen opgesteld.

Randvoorwaardelijke doelen
Een randvoorwaarde is een bijkomstige voorwaarde die echter wel noodzakelijk is voor het te bereiken doel. Een doel is een ambitie, een ideaal dat je probeert te realiseren. Wat de minister bedoelt met randvoorwaardelijke doelen, is niet helemaal duidelijk. Ze gaan in elk geval over de economische positie van boeren, over de relatie tussen landbouw en natuur, de afstand tussen voedselproducenten en burgers, de internationale rol van Nederland, innovaties en opleiding van kringlooplandbouwers en de regeldruk rond de transitie naar kringlooplandbouw. Verder zijn de randvoorwaardelijke doelen gericht op drie fases: deze kabinetsperiode, 2030 en ná 2030.

Kringlooplandbouw
Pas op pagina 27 geeft de minister aan dat er geen blauwdruk of eindbeeld bestaat van hoe kringlooplandbouw eruit ziet. Dan is het best lastig te bepalen of de (randvoorwaardelijke) doelen van deze visie ooit worden bereikt. Volgens het document vraagt de ontwikkeling naar kringlooplandbouw veel van agrarische ondernemers. Er staan ingrijpende veranderingen in de bedrijfsvoering en andere activiteiten op en rond het erf op stapel. De minister vindt het belangrijk dat de overheid, belangenorganisaties, banken en kennisinstellingen hierbij naast de ondernemer staan om hem/haar te helpen in die complexe en soms riskante overgangssituatie.

Verbinding landbouw – natuur
Voor een effectief natuurbeleid zijn er volgens de minister een aantal zaken nodig: goede water- en milieucondities (en het beheer daarvan) in natuurgebieden en grote wateren, én de afronding van het resterende deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Kringlooplandbouw leidt tot minder emissies, minder verliezen van grondstoffen, ruimte voor de natuur en biodiversiteit op het boerenland. Dit alles vormt de sleutel om de afname van biodiversiteit te keren. De minister streeft voor 2030 naar een biodivers agrarisch landschap, waar boeren met de natuur samenwerken om voedsel te produceren en zorg te dragen voor de kwaliteit van het landschap.

Deltaplan biodiversiteitsherstel
Vorig jaar is het Deltaplan Biodiversiteitsherstel opgesteld door achttien leiders uit de land- en tuinbouw, retail, agro-industrie, wetenschap en natuur- en milieuorganisaties. De minister wil verder invulling aan dit plan geven, om de teruggang van insecten te keren, maar waarin vooral het verdienmodel van boeren als zware prioriteit wordt aangemerkt. De minister gaat afspraken maken met de landbouwsector over vermindering van de stikstofemissie. Staatsbosbeheer zal vrijgekomen pachtgronden inzetten om boeren te ondersteunen met natuurinclusieve bedrijfsvoering. Er komt een pilot met bloemrijke akkerranden. De minister wil met het jaarrond bedekken van akkers diversiteit in landgebruik (bijvoorbeeld kruidenrijk grasland en mengteelt) stimuleren. Tot slot zullen er kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) verder worden uitgewerkt en toegepast.

Visie
Wat we lezen, gaat vooral over een aantal acties die in gang worden gezet om op termijn iets te bereiken dat niet duidelijk is gedefinieerd. Er zal veel belastinggeld worden geïnvesteerd. Het wordt heel lastig meetbaar òf, en zo ja, hoeveel die investering heeft bijgedragen aan de randvoorwaardelijke doelen. Je verwacht bij een visie iets van een inspirerend, uitdagend en dynamisch beeld van gewenste langetermijnperspectieven, die concreet vertaald kunnen worden in SMART doelstellingen en bijbehorende activiteiten. In die zin is het Realisatieplan Visie LNV nogal teleurstellend. Nergens geeft de minister aan dat ze het belangrijk vindt dat de overheid, belangenorganisaties, banken en kennisinstellingen naast de burger staan om hem/haar te helpen input te leveren voor gezonde bossen. Bosbouw komt in de visie van de minister in zijn geheel niet voor. De minister onderscheidt voor haar activiteiten verschillende sectoren (veehouderij, glastuinbouw, visserij, agrarisch ondernemerschap) en komt niet met een gemeenschappelijke visie over al deze sectoren (incl. bosbouw) heen, zoals de VN in haar rapport over de achteruitgang van biodiversiteit bepleitte. Stel dat er op korte termijn resultaten in de kringlooplandbouw worden behaald ten aanzien van verminderde stikstofuitstoot, toename van insecten en van biodiversiteit: wat betekent dat dan voor de zogenaamde natuurherstelmaatregelen (omvorming van bos naar open landschappen)? Of is het dan al te laat en zijn de bomen tegen die tijd al lang weg? Dat kan en mag gewoon niet waar zijn.